Juf Josje lijkt een heel gewone juf, maar er is iets bijzonders met haar aan de hand. Als er een dier in nood is, verandert ze namelijk in Superjuffie. Zodra ze een hap van haar krijtje neemt, krijgt ze superkrachten en schiet ze als een groene tornado door de lucht om het dier te redden. Juf Josje probeert haar gave te verbergen voor de kinderen op haar nieuwe school, maar dat lukt niet lang. Gelukkig beloven ze niets te vertellen tegen de strenge directeur. Want het kan natuurlijk niet, een juf die halverwege een dictee zomaar wegvliegt. Samen verzinnen ze steeds allerlei uitvluchten als juf Josje weer eens te laat op school komt met takjes in haar haar of een eendje in haar jaszak.
Ondertussen gebeuren er heel vreemde dingen in de Stadsdierentuin. Lukt het Superjuffie en de kinderen om de dierentuin van de ondergang te redden?
Ik weet niet meer precies hoe ik op het idee kwam, wel wanneer en waar. Op een zaterdag in november in de trein van Den-Haag naar Utrecht. Ik was net naar de Kinderboekenmarkt geweest en daar was mij gevraagd of ik een verhaal wilde schrijven voor een nieuwe bundel over school. (Apenkooien en propjes gooien, samengesteld door Jacques Vriens)
Ik zat in die trein en dacht: ik kan helemaal geen verhaal schrijven over school, want school is heel serieus en echt en in mijn verhalen is de wereld altijd een beetje anders dan anders. Maar ineens zag ik Superjuffie voor me en kreeg ik de onweerstaanbare drang om een hapje van een krijtje te nemen...