Zsa Zsa woont samen met Willy op een boerderij. Als ze op 4 oktober tien jaar wordt, blijkt dat ze een bijzondere gave heeft: Zsa Zsa is een dierenbabbelaar. Dat betekent dat ze vanaf nu met alle dieren kan praten. De dieren storten meteen hun hart bij haar uit, want ze zijn vreselijk ongelukkig. Ze kunnen niet meer vrij rondscharrelen sinds Willy ze in kleine hokken heeft opgesloten om geld te besparen. Zsa Zsa wil de dieren graag helpen, maar Willy wil niet naar haar luisteren. Daarom besluit ze de Koningin om hulp te gaan vragen. Maar dit blijkt niet zo eenvoudig te zijn als ze had gedacht…
Lang, lang geleden, toen ik acht was, ging ik met mijn ouders met vakantie naar Zuid-Frankrijk. We kampeerden bij een boer in zijn weiland. Die boer was heel trots op zijn boerderij en wilde ons graag alles laten zien. Nietsvermoedend liep ik achter hem aan een stal in… Daar in de stal stonden een heleboel kalfjes, in heel kleine hokjes. ‘Kistkalfen’ noem je dat, maar dat wist ik toen nog niet. Ik wist wel meteen dat ik het hier niet mee eens was. Ik vond het vreselijk! Diezelfde dag werd ik vegetariër. En dat ben ik nog steeds.
In Zsa Zsa maak ik de wereld een beetje mooier, dat is lekker om te doen. Want zolang ik aan het schrijven ben, voelt de wereld die ik schrijf als echt.
Misschien dat iemand door het lezen van Zsa Zsa op het idee komt om na te denken over hoe het in de echte wereld gaat. Misschien ook niet. Het is vooral een vrolijk en humoristisch boek over opgesloten dieren, een dapper meisje en een eenzame koningin.